Welkom 
        Wat doet Terra Nova voor u? 
                   de uitvaart (kosten) 
        Nog meer diensten van Terra Nova 
                   deposito's 
                   de urnensite 
                   uitvaartartikelen 
                   gedenkwinkel en urnensite 
                   het uitvaartmagazine 
                   polisbeheer 
        Waarom lid worden? 
                   lid worden 
        Contact 
                   werkgebied 
                   disclaimer 
                   vrijblijvende informatie 
                   colofon 
   
 Ga direct naar de site van:

 


 

oktober 2000

INHOUD o.a.

OVER STERVEN EN ONSTERFELIJKHEID

Een funerair gesprek tussen dichter Ingmar Heytze en schrijver Jack Nouws

Hoe gaan schrijvers met de dood om? Zitten ze om woorden verlegen of geeft de dood inspiratie? Wat hebben ze zelf meegemaakt en geregeld? Op initiatief van Terra aNova namen schrijver Jack Nouws en dichter Ingmar Heytze plaats aan de lunchtafel in cafe 't Hoogt.

Jack: "Vroeger kwam ik vaak op begraafplaatsen. Toen was ik misdienaar en ik vond begrafenismissen altijd het leukst. Ik werd onverwachts uit de klas gehaald en mocht 's middags of 's ochtends de mis bedienen."
Ingmar: "Dus de dood was een uitje voor je als kind?"
Jack: "Ja, vooral als ik met het kruis voorop mocht lopen. Dat vond ik hartstikke stoer, ook al besefte ik amper wat er aan de hand was natuurlijk. Thuis kon ik dan verhalen vertellen hoe dramatisch het was. Mijn ouders smulden daarvan. Verder was het gewoon een abstract gedoe."
Ingmar: "De kick van het ritueel, de show, dat vind ik leuk aan het katholicisme. Ook bij de dood; dat heeft wel iets moois."

ONTLADING BIJ DE BORREL
Jack: "In 1986 is de eerste van mijn klasgenoten van de middelbare school overleden. Een meisje van nog geen vierentwintig jaar stierf aan een hersenbloeding. Heel erg droevig die begrafenis, maar het eindigde in jolijt. Een begrafenis is een soort reunie. Je ziet mensen die je anders bijna nooit ziet. Het is een gelegenheid om samen te komen. Een begrafenis en een bruiloft liggen heel dicht bij elkaar. Zeker in Brabant, in plaats van het zuinige kopje koffie met een plakje cake of een broodje kaas is daar de Brabantse koffietafel standaard. En daarna komen de borrels en er wordt altijd keihard gelachen. Het is een enorme ontlading. Zelfs op de begrafenis van mijn ouders. Na afloop gingen we 's avonds elkaar verhalen vertellen hoe gek ze eigenlijk waren, welke stomme dingen ze deden. Het verbroedert en dit heeft mij en mijn zussen dichter bij elkaar gebracht. O ja, en op de begrafenis van mijn vader werd er een kruisje op de kist gelegd met Jezus erop. Dat kruisje werd van de kist afgehaald en dat mocht je thuis ophangen. Ik weet nog dat mijn nichtje met dat kruisje met Jezus in haar hand door de zaal rende, zo van djing, djing... Jezus op een vliegtuig. Dat was echt heel erg grappig."
Ingmar:
"Ja, dat is mooi. De dood, afscheid van het leven. Je kunt er zo zwaar aan tillen als je wilt. De overgang, ach, ik kijk er niet naar uit."
Jack: "Als ik zo'n begrafenis zie met 'Geen bezoek, geen bloemen', dan krijg ik het koud om mijn hart. Stel dat het mijn vriendin zou overkomen, dan zou ik willen dat iedereen over de vloer komt, veel bossen bloemen en zoveel mogelijk bezoek, iedereen mag in de open kist komen kijken. Net als vroeger, de kist die zakt, iedereen jankt en daarna een koffietafel en aan de borrel."

Voor meer informatie over de dichter Ingmar Heytze en schrijver Jack Nouws klik hier

EEN PLEK OM NAAR TOE TE GAAN
Jack: "Heb jij ideeen over je begrafenis? Wil je begraven of gecremeerd worden?"
Ingmar: "Maakt me eigenlijk geen moer uit. Ik denk gecremeerd."
Jack: "Uitgestrooid?"
Ingmar: "Ja, gooi me maar ergens neer. Nou nee, misschien toch wel bijgezet in een urn. Ja, dat vind ik wel een prettig idee. Ik heb er geen goede argumenten voor. Maar misschien vind ik het wel aardig dat er iets bij elkaar blijft. Over een kilometer zee worden uitgestrooid... nee, dat vind ik geen prettige gedachte, dat gaat me te ver. Ik ben bij leven al verstrooid genoeg."
Jack: "Ik vind het wel heel prettig dat mijn ouders begraven zijn. Dat ik een plek heb om naar toe te gaan. Daarom wil ik ook dat ik ergens begraven lig. Gecremeerd en ingemetseld zou ik ook nog wel een goed idee vinden, maar niet uitgestrooid."
Ingmar: "Ik denk dat begraven worden en ingemetseld worden iets is wat je voor anderen doet. De eerste keer dat ik een dood iemand zag van mijn eigen leeftijd, dat was vorig jaar. Maarten Blaauw was vijfentwintig jaar, cabaretier; we zijn nu trouwens bezig zijn nagelaten teksten in een boekje te zetten. Sinds we hem gecremeerd hebben, ben ik minder bang voor mijn eigen dood. Ik heb nu gezien hoe zoiets gaat. Hij lag in een kist en toen zag ik dat er niets meer over was van de persoon die ik kende; ik begreep opeens wat de term 'ontzield' echt betekent; een ontzield lichaam is dat wat overblijft, de ziel is uit het lichaam getreden. Een dood lichaam heeft dan zo weinig te maken met wie er leefde en ademhaalde. Ik vind het niet meer eng. De crematie van Maarten was mooi en er werden mooie dingen gezegd. Hij werd niet opgehemeld en niet in de grond getrapt. Het was gezellig. Er hing ook een vreedzaamheid over de crematie, omdat die jongen al zo lang ziek was geweest. Iedereen wist al zo'n 20 jaar dat ze op een gegeven moment met zijn allen om zijn kist zouden staan. Daar helpt geen moedertje-lief aan. De dood is voor ons allen toen zo veel tastbaarder geworden. Ook was er melancholie, want de komende vijftig jaar gaan we elkaar begraven en als je dan om je heen kijkt, doet dat wel wat. Aan de andere kant weet je dat het gewoon zo is."
Jack: "Ik werd er op een gegeven moment ook vrij onomwonden mee geconfronteerd. Mijn ouders waren heel lang ziek. Je weet dat ze doodgaan. Dat blijft een vrij abstract gegeven en opeens is het zo ver. Ik ben daardoor niet banger voor de dood geworden. Wel toen mijn vader dood was, want toen was ik opeens de oudste generatie en de volgende die dood zou gaan. Dat was raar. Ik heb eens gelezen dat je vader de buffer is tussen jou en de dood."

WIE SCHRIJFT, DIE BLIJFT
Ingmar: "Waar ik het ook nog even over wil hebben, is het voortleven. We luisteren nu naar Chet Baker. Als er iets is wat ik veel draai, is het wel Chet Baker. Hij is dood en ik merk er niets van. Dat is geweldig!"
Jack: "Dat is een goeie. Het voordeel van ons werk is dat wij blijven voortleven."
Ingmar: "In potentie."
Jack: "Ja, het is natuurlijk discutabel. Voor hetzelfde geld ben ik voor mijn dood al helemaal door de papiermolen gedraaid en uit alle catalogi verdwenen."
Ingmar: "Ik schrijf niet om iets achter te laten; ik schrijf omdat ik schrijven leuk vind."

En het gesprek gaat verder!
Voor het gehele boeiende gesprek tussen Ingmar Heytze en Jack Nouws:
www.uitvaartvereniging.nl/html_1/nouws-heytze.html

 

terug naar boven